maandag 28 april 2014

In de schaduw van de piramiden




Buitenaardse beschavingen.

Dit boek van journalist en amateurarcheoloog Erich von Däniken is in 1996 verschenen bij uitgeverij Sijthoff en gaat in op de centrale stelling van deze auteur dat hoogontwikkelde beschavingen in het verre verleden vanuit de ruimte de aarde hebben bezocht. In wetenschappelijke kringen ook wel de Paleo-Seti theorie genoemd.
Als ondersteuning geeft von Däniken vele voorbeelden van archeologische vondsten zoals rotsafbeeldingen, beeldjes en hiërogliefen in de Egyptische piramiden. Daarnaast is hij inmiddels een kenner op het gebied van oude teksten: zoals de Dode Zeerollen van Qumran, de Sagen van de Joden uit de oertijd, de oud Indiase Mahabharata, het Jaïnismus (oude religie in India) en de mythologie van het Boeddhisme. Hoe verschillend de plaatsen van herkomst ook zijn en de benamingen, maar in de kern zijn er veel overeenkomsten. Die geven aan dat Goden vanuit de hemel kwamen en hun kennis brachten en zich ook gemengd hebben met mensen en zo bijzondere koningen en reuzen schiepen die hoge leeftijden konden bereiken. De zondvloed is ook een terugkerende gebeurtenis in die verschillende verhalen.

Von Däniken onderkent dat er veel fouten zijn geslopen in de oerteksten die steeds weer hertaald en geïnterpreteerd werden en daardoor fouten bevatten. Zeker wat namen en tijden betreft. In de bijbel is dat ook het geval met verschillende beschrijvingen van het Jezus verhaal en de afstammingsreeks van oervaders. Volgens het evangelie van Matteüs en Lucas is Jezus in Bethlehem geboren. Volgens Marcus komt hij uit Nazareth. Pas Rudolf Steiner heeft erop gewezen dat er mogelijk sprake is geweest van twee Jezuskinderen (met een verschillende afstamming) die pas op dertigjarige jaren leeftijd "samengingen" in Jezus de Christus.

Van de oorspronkelijke bijbelteksten van de evangelisten is bekend dat die allemaal pas later geschreven zijn. Zo is het evangelie van Marcus (de eerste auteur van het nieuwe testament) minstens 40 jaar na Christus’ kruisdood geschreven.
In het boek ”Oude Sagen van de Joden uit de oertijd” kunnen we lezen dat “Noach (die van de zondvloed) van aartsengel Rafaël een boek in handen kreeg (op saffiersteen geschreven) waar alle oerkennis in opgeschreven stond. Noach leerde daaruit de banen van alle planeten en leerde de namen van alle hemelen en namen van de hemelse dienaren”. Bizar natuurlijk omdat je zou verwachten dat Noach na de zondvloed wel andere zorgen had dan deze “nutteloze” kennis. Het bewijst wel dat deze astronomische kennis in de oertijd aanwezig was en dus overgedragen kosmische, buitenaardse kennis was, want de mensheid stond nog pas aan het begin van de evolutie.

De amateurarcheoloog von Däniken is daarom meer geïnteresseerd in teksten en passages, die vanuit de ik-vorm zijn geschreven en het dus een directe waarneming betreffen. Zo heeft hij bronnen gevonden in oeroude teksten die een vrij exacte beschrijving geven hoe het moet zijn om in een raket of ruimtevaartuig de aarde te verlaten. In de oude apocriefe boek Henoch (aartsvader, grootvader van Noach en bouwer van de grote piramide van Cheops) is zo’n beschrijving te vinden. Apocrief betekent dat deze niet opgenomen zijn in de officiële Bijbelboeken.
Die beschrijvingen zijn zo nauwkeurig en kunnen niet op fantasie berusten, want ze bevatten ook technische details. Zo staat er bijvoorbeeld dat het voertuig tijdens de reis om zijn as draait. Dat is nodig om een zwaartekracht op te wekken in de raket.
 


In een andere apocriefe tekst "Het leven van Adam en Eva" die gedateerd is rond 730 na Christus maar gebaseerd is op oudere teksten is ook sprake van vliegende wagens en lichtwagens. De meeste oude teksten worden ingedeeld bij de "legenden, sagen en mythen" en hoeven dus kennelijk niet zo serieus genomen te worden. Het zijn maar "verzinsels uit een fantasievolle geest". Däniken bestrijdt deze visie echter en roept op om de teksten met een objectieve bril te lezen en de kern van waarheid eruit te halen. Sommige verhalen zijn zo “fantastisch” , dat ze zelfs niet bedacht of verzonnen kunnen zijn. Zo is de zondvloed die in verschillende van deze wereldwijde oude verhalen voorkomen zeker geen legende meer, maar een wetenschappelijk feit. 

Von Däniken heeft ook de verhalen van Gilgamesj, de koning van Uruk , een goddelijke mens die het plan opvatte zijn aardse stamvader Utnapisjtim te gaan zoeken. Deze verhalen zijn geschreven op twaalf kleitabletten (een archeologische vondst) , afkomstig uit de bibliotheek van de Assyrische koning Assurbanipal. Ook hier vinden we een exacte beschrijving van de zondvloed en dat de goden hiervoor gewaarschuwd hebben (kennelijk een natuurramp die niet afgewend kon worden, maar wel bij buitenaardsen bekend was). Zelfs het verhaal van de raaf en de duif en het stranden op een berg zijn hetzelfde. Dit alles is bijna volledig vergelijkbaar met het Bijbelse verhaal met één opvallend verschil, dat in het Gilgamesj – epos, het verhaal uit eerste hand vertelt wordt, als was het een ooggetuige of een waarnemer . In de bijbel is het uit tweede hand geschreven en dus als een overlevering .

Het apocriefe boek van Baruch beschrijft zelfs de geslachten van reuzen met verschillende benamingen zoals Emiten of de verschrikkelijken, de Rephaïten of de giganten, de Giborim of de geweldigen, de Samsuniten of listigen en de Aviden of hoogvereerden en als laatste de Nefilim de verderfelijken. De reuzen met een totaal aantal zelfs van ruim vier miljoen zouden ontstaan zijn doordat de gevallen engelen (uit de hemel/kosmos verstoten) gemeenschap hadden met menselijke vrouwen. Dankzij de zondvloed werden ook deze verderfelijke reuzen vernietigd. Of het helemaal klopt is niet zeker, want in het tweede boek van Samuël (Bijbel en oude testament 21:18-22) staat dat David (die lang na de zondvloed leefde) nog streed tegen reuzen met zes vingers en zes tenen. Deze opvallende lichaamskenmerken worden ook in andere oude teksten gevonden.


De titel van dit boek is ontleend aan het laatste hoofdstuk dat gaat over de grote piramide van Cheops en recente ontdekkingen. In een eerder boek van Von Däniken met de titel "De ogen van de sfinx" heeft de auteur proberen aan te tonen dat de sfinx die voor de piramide staat veel ouder is dan nu door archeologen wordt aangenomen. In dit boek beweert Von Däniken dat de bouwer van de grote piramide niet Cheops, maar Henoch is geweest die ook wel Idris en Saurid wordt genoemd in de Arabische overlevering. Henoch was als grootvader van Noach op de hoogte van de komst van de zondvloed en bouwde daarom een piramide die de zondvloed zou kunnen overleven en stopte daarin alle waardevolle spullen zoals voorwerpen en zo'n driehonderd boeken die hij zelf schreef. De piramide is dus geen grafplaats en is ook niet rijkelijk versierd met hiërogliefen zoals de andere piramiden. Tot nu toe zijn er drie kamers in de piramide gevonden maar met weinig inhoud. Alleen een sarcofaag in de zogenaamde Koninginnekamer, maar zonder mummie.



Uitwendige metingen van een Japans team van onderzoekers concludeerden dat er nog een heel labyrint van gangen en holle ruimtes in de piramide moet zijn maar er wordt geen toestemming gegeven om deze te onderzoeken. Franse architecten concludeerden met elektronische detectors ook verschillende holle ruimten, naast de al bekende kamers. Het Egyptische ministerie van Oudheid geeft echter geen toestemming om hiernaar te gaan zoeken. Een Duitse ingenieur Rudolf Gantenbrink kreeg in 1993 wel toestemming om met een kleine robot, die uitgerust was met een camera een luchtschacht te verkennen tussen de koninginne- en koningskamer.





Na 60 meter eindigde de tocht in de nauwe schacht van 20 bij 20 cm vanwege een deur of luik dat de verdere toegang verspert. Wat zich daarachter bevindt is nog steeds een raadsel. Wel is recent ontdekt dat boven de deur in het plafond een sterrenhemel is gegraveerd die verrassend genoeg overeenkomt met de sterrenhemel zo'n 10.000 jaar geleden. Een nauwkeurigere datering is bijna niet mogelijk, maar vereist wel kennis van het heelal. Vreemd genoeg komt deze datering wel overeen met een voorspelling van Edgar Cayce.  http://religieuze-ervaringen.blogspot.nl/2014/05/edgar-cayce-een-slapende-helderziende.html
Eind 2017 heeft een team van wetenschappers via het meten van kosmische straling aangetoond dat er nog een grote ruimte van 30 meter lang, 2 à 3 meter breed en 2 meter hoog moet zijn schuin boven de koningskamer. Wat zou zich daar bevinden??

Het echte keiharde bewijs voor buitenaardse aanwezigheid zal volgens Von Däniken geleverd worden binnen enkele decennia. Niet door archeologisch of geologisch onderzoek of nieuwe oude geschriften, maar door ons DNA. Wetenschappers hebben het volledige menselijke DNA al in kaart gebracht en het is een kwestie van tijd dat de betekenis of functie van de verschillende molecuulstukjes ontdekt wordt. Dan zal volgens Von Däniken blijken dat evolutionaire sprongen bij de mens "opeens" zijn ontstaan en met zekerheid van buitenaardse oorsprong zijn. Mogelijk daarvoor in aanmerking komt het wiskundig inzicht of de wiskundige aanleg bij de mens, die noodzakelijk zijn om kosmische reizen te kunnen maken en bij alle dieren ontbreken. Hetzelfde zou opgaan voor de eigenschap of aanwezigheid van het zelfbewustzijn of de zelfreflectie. Geen enkele dier beschikt daarover voor zover wij nu weten. Dieren reageren vanuit een natuurlijk instinct, maar dus niet vanuit een bewuste afweging en keuze. Een spannend vooruitzicht.


Een goed gedocumenteerd boek over de pyramide van Gizeh  zien we hier van Willem Witteveen.

dinsdag 8 april 2014

Noach oeroud en buitenaards?












In het voorjaar van 2014 draaide er een Amerikaanse film in de bioscoop die het Bijbelverhaal van de Ark van Noach weer tot leven brengt. Dat was ook de reden dat oud EO-presentator Jan van den Bosch kortgeleden bij Pauw & Witteman mocht aanschuiven om deze film te bespreken en de vraag te beantwoorden of de ark wel of niet op het Araratgebergte is blijven steken. Van den Bosch heeft zo’n tien jaar geleden namelijk zelf een expeditie gemaakt naar Turkije naar deze bijzondere berg en daar ook gefilmd. Hij is ervan overtuigd de (restanten van de) ark daar te hebben gezien. Gek genoeg staat er letterlijk een passage in de bijbel (boek Genesis) die dit gebergte ook noemt. Geologen zijn het er ook over eens dat er in het verleden een zondvloed is geweest.
Volgens een wetenschappelijk team zouden de resten liggen op de helling van de berg Al Judi in het Ararat-massief. Zo staat het ook in de Koran. De leider van de expeditie David Fasold vertelde dat de grondradar zo scherp was dat zelfs de spanten van de romp op de berg te tellen waren.

De film is zeer indrukwekkend onder andere door de Reuzen (grote zwarte brokken steen die kunnen bewegen en waarin "gevallen engelen" opgesloten zitten), die Noach helpen met het bouwen van de ark. In de bijbel is trouwens ook sprake van "giganten". Verder maken de moderne technische hulpmiddelen het mogelijk de enorme hoeveelheden dieren bij elkaar te brengen in de ark.
Noach zelf ziet eruit als een mens maar de historische vraag is of hij dat wel was. In een van de Dode Zeerollen (vergelijkbaar met de boeken waaruit de Bijbel is samengesteld)staat namelijk: "Toen Lamech (zijn vader) van een lange reis die meer dan negen maanden duurde terugkwam bij zijn vrouw trof hij daar een baby aan die andere ogen, een andere kleur haar en een andere huid had. Woedend ging Lamech naar zijn vrouw om te vragen hoe dat kon. Zij antwoordde echter dat zijn geen intieme omgang had gehad met anderen. Bezorgd ging Lamech daarom naar zijn vader Methusalem die echter ook geen raad wist. Later ging deze daarom naar zijn vader Neoch (en dus de grootvader van Lamech) en die gaf als raad het ventje als zijn zoon te erkennen en zijn vrouw geen verwijten te maken, omdat de "Hemelwachters" het zaad in de schoot van zijn vrouw hadden geworpen". Een soort van kunstmatige bevruchting of onbevlekte ontvangenis dus, zoals dat ook van Maria, de moeder van Jezus gezegd wordt. In de film is ook mooi te zien dat Adam en Eva nog lichtwezens waren toen zijn in het paradijs verbleven.

Nederlandse ark in Dordrecht.











Naar aanleiding van de film heb ik het oorspronkelijke bijbelverhaal nog eens gelezen en eerlijk gezegd is dat toch in veel opzichten een bijzonder verhaal dat alle Christenen vaak gehoord hebben. Wat echter maar weinig mensen weten en ook niet bij Pauw & Witteman aan bod kwam, is het feit dat in het betreffende bijbelverhaal (Genesis 5.3-32 6.1-4) een korte mensheidsgeschiedenis beschreven staat die op zijn zachtst gezegd heel opmerkelijk is.

Toen Lamech 182 jaar was verwekte hij een zoon die hij Noach noemde. Lamech leefde na de geboorte van Noach nog 595 jaar. In totaal leefde hij 777 jaar, toen hij stierf en was dus kennelijk ook op de ark. Toen Noach 500 jaar oud was, verwekte hij Sem, Cham en Jafet”. Iets verder staat dan:
De zonen van God zagen hoe mooi de dochters van de mensen waren, en ze kozen uit hen de vrouwen die ze maar wilden. Toen dacht de HEER: Mijn levensgeest mag niet voor altijd in de mens blijven, hij is immers niets dan vlees; hij mag niet langer dan honderdtwintig jaar leven. In die tijd en ook daarna nog, zolang de zonen van God gemeenschap hadden met de dochters van de mensen en kinderen bij hen kregen leefden de giganten op aarde. Dat zijn de befaamde helden uit het verre verleden."*
Bovenstaande tekst suggereert eigenlijk dat er een groep was, de zogenaamde Zonen van God , die kennelijk geen mensen waren, want daar verwekten ze nageslacht bij en die een extreem lang leven hadden?

Waren het buitenaardsen zoals Erich von Däniken ze al eerder noemde in zijn boek “Waren de Goden kosmonauten”? Waren ze niet menselijk en dus "aliens"?
























Wie nu denkt dat dit een uitzondering was of een tekstfout vergist zich, want oeroude personen waren geen uitzondering voor de zonen van God zo blijkt.
"Dit is de lijst van nakomelingen van Adam, de eerste door God geschapen mens die leek op God. Adam werd 930 jaar. Adam was ook de vader van Kaïn en Abel. Een andere zoon van Adam was Seth en die leefde 905 jaar. Enos was weer de zoon van Seth en leefde ook 905 jaar. Zijn zoon Kenan leefde 910 jaar. Diens zoon Mahalel leefde 895 jaar. Zijn zoon Jered leefde 962 jaar . Henoch zijn zoon leefde (maar) 365 jaar, omdat God hem wegnam(?). Zijn zoon Metuselach leefde weer 969 jaar. Vandaar het gezegde "zo oud als Methusalem" ! Diens zoon Lamech leefde 777 jaar en was de vader van Noach."  Dit zijn tien bijzondere generaties oervaders geweest. 











Je zou meteen geneigd zijn de hele bijbel als een groot verzinsel te betitelen ware het niet dat soms uit onverwachte hoek bevestiging optreedt . Zo heeft de Duits-Amerikaanse archeoloog Hermann Hilprecht 4000 jaar oude kleitabletten in Irak opgegraven, waarop de oeroude geschiedenis van de Soemerische Stadstaten staat beschreven. Soemerië is de oudst bekende beschaving en gelegen in het zuidelijk deel van Mesopotamië, het gebied tussen de Eufraat en de Tigris. Het betreft de Soemerische koningslijst van vóór de zondvloed(?). In het Ashmolean museum in Oxford wordt de meest complete kopie bewaard.
Daarin staat dat de oorsprong van het koningschap “uit de hemel kwam”!
Aloelim werd koning en heerste 28.800 jaar. Daarna heerste Alaljar 36.000 jaar. Weer later heersten Etana, Lugalbanda en Gilgamesj. Tesamen heersten acht koningen 241.200 jaar totdat de zondvloed kwam en waarna het koningschap weer opnieuw “uit de hemel daalde”. Tussen Adam en Noach zitten acht generaties net zoveel als de acht koningen in Soemerië tot aan de zondvloed.
Deze koningen waren kennelijk ook "Zonen van God" en dus kennelijk buitenaards en leefden zelfs duizenden jaren.










Erich von Däniken is een Zwitserse journalist en amateurarcheoloog wiens eerste hierboven genoemde boek verscheen in 1968. Het is heel beroemd geworden omdat er ruim 70 miljoen exemplaren van zijn verkocht. Behalve het verkoopsucces dat zich ook uitstrekt over zijn overige ruim 25 boeken is het bijzonder dat hij zijn oorspronkelijke onderzoeksthema door de jaren heen trouw is gebleven. Dat thema begon met een vraag zoals in de titel van het eerste boek is verwoord en wordt in zijn meer recente boek: “De goden wáren astronauten”, ruim 33 jaar later in 2001 nog eens uitdrukkelijk beantwoordt. Von Däniken beschrijft in zijn boeken dat er in het verre verleden zeer hoge beschavingen op aarde zijn geweest waar we door middel van archeologische opgravingen en vondsten bewijzen van vinden, die niet van menselijke oorsprong maar buitenaards zijn. Hij weet zijn hypothese met allerlei voorbeelden te ondersteunen. In oktober 2016 ter gelegenheid van de 50e verjaardag van zijn eerste baanbrekende boek werd een "Erich von Däniken Legacy Night" georganiseerd. In het Princess Anne Theatre gaf hij een twee uur durende presentatie waarbij Von Däniken ook beweerde dat de terugkeer van deze kosmonauten, aliens of buitenaardsen de komende twintig jaar zal kunnen plaatsvinden.   

Zo is een van de meeste overtuigende voorbeelden in zijn boek de landkaarten van admiraal Piri Reis uit de vroegere Turkse marine, die begin 18e eeuw gevonden werden in het Topkapipaleis te Istanbul. In eerste instantie waren de kaarten verrassend omdat er erg veel gegevens op stonden, maar op de verkeerde plaats. Twee wetenschappelijke cartografen van de Amerikaanse marine Mallery en Walters zetten door middel van een speciale ontworpen projectiemethode de oude kaarten over op een moderne globe en ontdekten dat de gegevens exact klopten. Niet alleen voor het gebied van de Middellandse zee en de Dode Zee, maar ook de kustlijnen van Noord- en Zuid Amerika en zelfs de contouren van Antarctica (Zuidpoolgebied) inclusief topografische gegevens. Bergketens, eilanden, rivieren en hoogvlakten waren nauwkeurig aangegeven. Dit grondgebied is altijd onder een zeer dik pak ijs (permafrost) verscholen geweest en is alleen waarneembaar met speciale apparatuur. Pas in 1952 hebben moderne onderzoekers bergketens op de Zuidpool ontdekt, die op de kaarten van Piri Reis al stonden aangegeven. Nog recenter heeft men de kaarten vergeleken met de huidige satellietbeelden vanuit de ruimte waaruit blijkt dat de kaarten van Piri Reis gemaakt of afgeleid moeten zijn van luchtopnamen vanuit de ruimte en met als middelpunt Caïro . Alles binnen een omtrek van 8.000 km rondom Caïro is correct weergegeven en hoe verder weg, hoe meer vertekend de vormen zijn en hoe onnauwkeuriger vanwege de bolvormigheid van de aarde. De Piri Reis kaarten zijn dus gemaakt op basis van ruimte-opnamen alleen zijn we pas sinds het einde van de 20e eeuw in staat naar de ruimte te reizen. Kaarten werden in het verleden veelvuldig gekopieerd en van elkaar overgenomen en we weten dus niet wat de originelen van de Piri Reis kaarten zijn. Dit bewijs is wel een sterke bevestiging van de hypothese van Von Däniken, die in wetenschappelijke kringen de Paleo-SETI-theorie wordt genoemd. Paleo staat voor oeroud en SETI staat voor Search for Extra Terrestrial Intelligence.

Een ander verbazingwekkend bewijs is te vinden in vele historische afbeeldingen uit de prehistorie van rare uitziende figuren uit verschillende beschavingsperioden verdeeld over de aarde. Zo zijn er menselijke figuren met duidelijke bolvormige helmen gevonden in grotten bij Ferghana (op de grens van Tibet en Siberië) en ook in de Sahara en een vergelijkbaar beeldje uit Japan (Kamukai). Dergelijke voorstellingen krijgen pas betekenis als je voor het eerst een ruimtepak ziet dat astronauten dragen als ze buiten de capsule zijn vanwege het ontbreken van luchtdruk aldaar. Dan pas realiseer je je dat op die prehistorische afbeeldingen astronauten of buitenaardsen staan.




*Deze bovengenoemde schuingedrukte citaten zijn afkomstig uit de Nieuwe Bijbelvertaling van uitgeverij Querido 2004, waaraan tien jaar is gewerkt door een groot team van taal- en bijbelwetenschappers. ISBN 90 9018 016 8
 
In 2018 is het vijftig jaar geleden dat Erich von Däniken met zijn eerste boek kwam : "Waren de Goden Kosmonauten"?  Dan komt er een jubileumeditie met een nieuw voor- en nawoord. Er zijn meer dan 16 miljoen exemplaren van verkocht. Zijn visie krijgt ook steeds meer aanhangers.